Thema: Minimaliseren ecologische voetafdruk – Het maatschappelijke aspect
Tijdens het derde Impact Avondcollege mogen we oprichter van The Dutch Weed Burger, Mark Kulsdom, verwelkomen. Als activistisch ondernemer zal Mark het verhaal vertellen over hoe hij van dierenactivist doorgroeide naar sociaal ondernemer en zo op een constructieve manier iets doet aan een probleem van wereldformaat.
Met een inleiding van Arjen Boekhold van de Rijksuniversiteit Groningen. De moderator is Jorien Bakker.
Inloop en buffet: 17.15 uur
College: 18.00 – 21.00 uur
Bezoek ook het vierde college op 15 oktober!
- Lees hier het verslag van het eerste Avondcollege, met Rob Verhofstad (Hanzehogeschool), Jan Willem Wennekes (Bries) en Kees Klomp (Thrive Institute)
- Lees hier het verslag van het tweede Avondcollege, met oprichter van MUD Jeans, Bert van Son
- Bekijk hier meer informatie over het vierde Avondcollege, met de oprichter van GreenFox, Renzo Deurloo
Studenten van de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool kunnen een mailtje sturen naar vereniging@impactnoord.nl voor een gratis ticket (beperkt plaats!).
Nog meer lezen over Mark Kulsdom? Lees hier het korte interview uit Weekblad Elsevier.
‘Ik ben documentairemaker en eet sinds 1998 plantaardig. Dat vind ik aardiger klinken dan: ik ben veganist. In 2012 maakte ik een documentaire over plantaardig eten. Ik wilde het niet promoten met nare beelden van de vleesindustrie, maar door een positieve benadering: wat zijn de mogelijkheden als je plantaardig wilt eten? Want uit eigen ervaring weet ik hoe lastig dat kan zijn.
Mijn doel is dat veganistisch eten normaler wordt: zo kunnen we ons ecosysteem ontlasten. Tijdens het maken van mijn documentaire, met foodstylist en mede-oprichter Lisette Kreischer, leerde ik hoe voedzaam zeewier is: het barst van de eiwitten en is daardoor een goed alternatief voor vlees. Maar pure zeewier smaakt nogal intens. Zo ontstond het idee het in een -veganistische- burger te verwerken.
Via mijn tandarts ontmoetten we een investeerder uit Canada, die we enthousiast wisten te maken. Zo konden we een busje kopen. Vanuit die foodtruck gingen we de zeewierburgers verkopen op festivals. Dat was een hit. In een burgerrestaurant in Scheveningen maakten we de burgers op de maandagmiddag, als zij zelf gesloten waren. Restaurants in Amsterdam wilden de burgers op hun menu. Door die groeiende vraag zijn we begonnen ze machinaal te laten maken: zo maak je er drieduizend per uur.
The Dutch Weed Burger staat bij tweehonderd restaurants in Nederland op de kaart en we zijn aanwezig op tal van foodfestivals. Onze naam raakt bekend en zeewier is breder geaccepteerd. Lang konden we organisch groeien. Maar geld verdienen is best duur: de omzet groeit, maar de kosten ook. Daarom moeten we nu professionaliseren, bijvoorbeeld door een efficiëntere distributie.’
