Op 26 oktober vond het tweede Impact College plaats, met als hoofdspreker Jan Buining van TastyBasics. Zijn verhaal werd vooraf wetenschappelijk ingeleid door prof. dr. Gerjan Navis, voedings- en leefstijldeskundige vanuit het UMCG en verbonden aan de Aletta Jacobs School of Public Health.
Als je het hebt over gezond eten, heb je het over meer dan alleen voldoende vitamines binnenkrijgen. Het gaat over leefstijl. Hoe bevorder je het volgen van een gezonde leefstijl bij mensen die dat het hardst nodig hebben?
Concluderend is het een combinatie van factoren. Enerzijds heeft het te maken met hoe we als mensen door de jaren heen gewend zijn geraakt aan een dieet van overvloed. Vroeger moest je vechten of rennen voor je voedsel, nu staat er altijd, overal en heel veel voedsel tot onze beschikking. Daar komt bij dat door gebrek aan voedselvaardigheden, mensen ook vaak de verkeerde boodschappen doen.
Dus ondanks dat obese mensen veel te dik zijn en dus eigenlijk te veel van alles binnen krijgen, zijn ze dikwijls ondervoed door gebrek aan eiwitten en andere belangrijke voedingsstoffen. En dat hangt dan vaak weer samen met de sociaal-economische status. Waar armoede heerst, hebben mensen een grotere kans op diabetes en andere aandoeningen. Kortom: ondervoeding is een sociaal-maatschappelijk probleem, en het is niet afdoende om ondervoede mensen zelf de schuld te geven van hun staat.
Dat zie je ook als je blue zones bestudeert, zones waar mensen bovengemiddeld oud worden. Daar hangt het voedingspatroon nauw samen met de sociale inrichting van levens en wordt beweging vaak ingevuld door bijvoorbeeld werken in de tuin. Het zijn dat soort gewoontes die een groot verschil maken. Wat is dan de eerste stap in het vertalen van goede voorbeelden naar een plan van aanpak dat werkt? Luisteren. Luisteren naar de mensen bij wie je een verandering wilt bewerkstelligen.
Aansluitend op dit verhaal vertelt Jan Buining, oprichter van TastyBasics, een sociale onderneming die zich richt op gezonde voedingsmiddelen, over de manier van produceren en consumeren. Waar het verhaal in eerste instantie iets overlapt met van Gerjan Navis vertelde, richt Buining zich ook meer op de aanbodkant. Want in hoeverre heeft marketing en het verdienmodel van een supermarkt invloed op wat we kopen en eten? Het antwoord: heel veel. Hij pleit gekscherend voor een cursus Etiket lezen, want als je op zoek bent naar gezonde voeding moet je door onbegrijpelijke taal worstelen om te ontdekken wat er eigenlijk in een product zit.
Met zijn bedrijf TastyBasics biedt hij ‘basisproducten’ aan als brood, crackers, muesli, repen en pasta. Daarmee probeert hij op lange termijn een gezond aanbod te creëren. Uit het publiek kwam terecht de vraag of hij niet beter producten kon ontwikkelen die een gezond alternatief zijn voor die ‘snaaimomenten’ die iedereen wel eens heeft. Daarop antwoordde hij dat er binnenkort een gezonde cake in de supermarkt ligt, maar dat de basis voor veel mensen belangrijk is. Als je bij de drie hoofdmaaltijden producten eet die voldoende verzadigen, heb je al minder de neiging te snaaien.
Al jaren wordt onbewust gestuurd op mindere kwaliteit, omdat wat we zien als gewone voeding eigenlijk helemaal niet gezond is. Het gaat te veel uit van de kortetermijnbehoeften van de consument: makkelijk, goedkoop en lekker (zout, zoet, calorierijk). Hij trekt een bijzondere vergelijking met voer voor landbouw- en huisdieren, waarbij precies het tegenovergestelde gebeurt. Daar wordt juist veel onderzoek naar gedaan nutriënten en voedingswaarden, om dieren maar zo fit mogelijk naar het slachthuis te laten gaan. Het enige obstakel is dat de dieren het voer vrijwillig moeten eten. Dit is gek, want waarom staat gezondheid van mensen niet op de prioriteitenlijst van levensmiddelenindustrie?
De food-agri-keten heeft na de Tweede Wereldoorlog een enorme – bewonderenswaardige – ontwikkeling doorgemaakt. In korte tijd is de honger te lijf gegaan en werden behoeften bediend. Maar waar dat doel in de jaren ‘50 en ‘60 nog belangrijk was, is dat inmiddels niet meer zo. We leven inmiddels in een sick system, onder andere te herkennen aan de enorme hoeveelheid dierlijke eiwitten, met een hoge koolstofvoetafdruk, onnodig dierenleed waar veel commentaar op is, bodemuitputting en bedreiging van de biodiversiteit. We moeten ons voorbereiden op mindere jaren…
En dus moeten we weer op ons hongergevoel kunnen vertrouwen, oppert Buining. Dit legt hij uit door het kernprobleem te ontleden. We zijn normaal gaan vinden dat in de fabriek de calorie- en koolhydraatwaarde van ons eten wordt vermenigvuldigd en dat 50% van de voedzame stoffen verloren gaat. Hoe konden we denken dat we jaar in jaar uit onze grond konden behandelen met NPK’s (stikstof, fosfor, kalium), zonder dat het schadelijk zou zijn voor het menselijk lichaam?
Dat komt dan weer door het gebrek aan een lichamelijk alarm voor dit soort schade. Als je zuurstof tekort hebt, voel je dat direct. Hetzelfde geldt voor vochttekort (dorst) en voedingstekort (honger). Bij teveel zout of suiker is dat alarm er niet, dus voelen we geen urgentie. En dat kost levens.
Zoals gezegd richt TastyBasics – zoals het een ondernemer betaamt – zich op de aanbodkant. Want als het aanbod in winkels gezonder is, is het makkelijker voor de consument om goede keuzes te maken. Tot die tijd is het devies: ga boodschappen doen met een boodschappenlijstje, verbouw je eigen groenten en eet gevarieerd.
Wij kijken met plezier terug op dit inspirerende college. Wil jij het ook terugkijken? Dat kan hieronder. Ons derde Impact College waarin we het gaan hebben over de transitie van fossiele energie naar hernieuwbare energie laat door corona nog even op zicht wachten. Meld je aan voor onze maillijst zodat we je op de hoogte kunnen houden van dit college en ander impactnieuws.